Gedichten van Hamit Yüksel
- men verliest noch betreurt
bij het weggaan
alleen onze handen,
bij het weggaan -

Druppel

Men vernam de stem,
langdurig en kwellend,
de zanger gevlucht.
dan de pijn, de waterval;
bloedend
na lange duur en kwelgeest

men gaf hem zijn naam.
naamloos,
boom blad tak en al met leegte bedekt.
hij sloeg daar vandaan een enkeling neer
alles zei hij ben ik verloren.
was het dan de varen, opgehangen,
hikkend.
inderdaad.

men sloot de deur stevig af.
jammer.
zei hij.
de mooie vrouw.
alles heb ik verloren,
begreep zij, die achterbleef.
plotseling stak hij over.

moeilijk is het,
zich te dwingen in haar tienvoudige afwezigheid
en alleen te blijven in een kamer voor negen

men vernam de stem,
gedempt door de regen
hij kreeg zijn naam van de put: echo
- gitmekle kaybedilmez,
üzülmez
ellerimiz sadece,
gitmekle -

Damla

Ses duyuldu,
uzun ve ağrı-yan,
iltica etmiş çığırtkan.
acı sonra, şelale;
uzun ve ağrıyanın ardından
kanayan.

adı konuldu.
adsızken,
ağaç yaprak dal ne varsa boşlukla örtülü.
vurdu birileri arkasından,
yitirdim dedi herşeyi.
sarkmış fujer miydi ki,
hıçkıran.
evet.

kapı ardına kadar kapandı.
yazık.
dedi.
güzel kadın.
yitirdim herşeyi,
anladı, onunla duran.
geçiverdi karşıya.

zor olan,
zorlamaktır kendini on-suzluğa
ve kalmak tek başına dokuzla bir odada.

ses duyuldu,
yağmurla kısık kalmış
adını kuyudan almış: aksiseda.
Stempel

het regent oude regens bij het verdwijnen van de nacht
ruikt het naar schimmel op straat en tussen vrouwenbenen
terwijl pennenstreken over scheidingen op papier terechtkomen
spelen zij schreeuwende leugens sprookjes in de hitte van liefde

de ruwheid van jullie handen vervuilt de nachtelijke grachten.
dit is geen leugen
want elke namiddag is zwanger van kinderlijke dromen, elke dag.

bemerken zij bij de beklimming van de helling
de vertrekkende hartstocht
die het pad afdaalt met de kuddes geiten

die niet rustig is weet ik
niet rustig vanbinnen
maar kan hij dan tenminste zeggen waarom?
Damga

eski yağmurlar yağar kaybolurken gece
pas kokar sokaklar ve bacak araları kadınların
ayrılıklara dair kalem izleri düşerken kağıda
çığırtkan yalanlar masal oynarlar aşk tavında

ellerinizin kısıklığı kirletir kanallarını gecelerin.
yalan değil
çocuksu düºlere gebedir her ikindi, ertedir çünkü.

yokuş tırmanırken farkında olur mu ki
terk eden sevda
patika indiğini keçi sürüleriyle...

içi rahat değil biliyorum
içi rahat değil
ama söyleyebilir mi ki nedenini?
Op weg

I.

Een-twee regels
alvorens vluchtig
de huid van het papier te raken
heeft de reiziger, met zijn innerlijke
gedachtengang, bevlekt...

wie een weg zoekt,
vindt...

II.

Ze waren bij ons
met hun ruitjesrok
alsmaar ronddraaiend
en stokjes dragend
- bekend uit de verhalen van onze moeders -
onze slaap toverende feeën
in onze dromen...

dood-gaan
is van dit spel het oudst

en natuurlijk...
Giderken

I.

Bir-iki satır
hafiften
değdirmeden tenine kağıdın
iç çizikliğini,
karaladı yolcu...

yol arayan,
bulur...

II.

Bizimde
ekose etekli
durmadan dönebilen
ve çubuklar taşıyan
- annelerimizin hikayelerinden tanıdık -
uykucu perilerimiz vardı
düşlerimizde..

öl-mek
en eskisi bu oyunun

ve
tabî...

Vertaald uit het Turks door Sytske Sötemann
november 2003

t