Turkse auteurs in Nederland

Vijdan Yıldırım

Turkse auteurs in Nederland. Zijn die er wel en wat publiceren ze? Elma Nap-Kolhoff geeft hiervan in haar onderzoek Turkse auteurs in Nederland, Verkenning van een onontgonnen gebied een beeld. In totaal worden negentien namen genoemd van mensen die tussen het eind van de jaren zeventig en nu boeken hebben gepubliceerd. Veel van deze werken voldoen aan een groot aantal kenmerken van 'migrantenliteratuur', beweert het rapport. Het onderzoek bevat nog meer informatie die tot nadenken stemt. Een kritische beschouwing.

Het rapport van Elma Nap-Kolhoff beschrijft het succes van Marokkaanse auteurs in Nederland en het succes van Turkse auteurs in Duitsland. Deze vergelijking wordt gemaakt om te kijken hoe het zit met Turkse auteurs in Nederland en welke literaire instellingen en uitgevers een stimulerend effect hebben gehad. Het rapport geeft een mager beeld van dit laatste. Het onderzoek rept bijvoorbeeld met geen woord over het Fonds voor de Letteren, en dat terwijl deze instantie in Nederland een belangrijke rol speelt in het stimuleren van literair werk. Bij Turks-Nederlandse literaire initiatieven wordt alleen de naam van Stichting Troya genoemd, een stichting die volgens het rapport bar weinig heeft uitgevoerd.
De Stichting Inspraakorgaan Turken (IOT) in Nederland heeft bij de wetenschapswinkel van de Universiteit van Tilburg de volgende vraag neergelegd: 'Hoe komt het dat Nederlandse Turken in het Turks publiceren, terwijl ze ook Nederlands spreken? Is er een dilemma in de relatie taalgebruik en integratie?' Elma Nap-Kolhoff heeft in het kader van haar studie Interculturele communicatie een inventarisatie gemaakt van eerste en tweede generatie Turkse literaire schrijvers in Nederland en zij stelt daarbij de vraag in hoeverre deze literatuur 'migrantenliteratuur' kan worden genoemd. Om dit begrip te illustreren, bespreekt zij drie boeken van Turkse auteurs. Nap-Kolhoff heeft voornamelijk gebruik gemaakt van het internet. Daarnaast beschrijft ze aan de hand van bronnenonderzoek de situatie van Marokkaanse auteurs in Nederland en Turkse auteurs in Duitsland.

Schrijfwedstrijd
Verschillende instellingen en uitgevers hebben volgens het rapport een belangrijke rol gespeeld in het stimuleren van Marokkaanse literatuur in Nederland en Turkse literatuur in Duitsland. Zo heeft bijvoorbeeld El Hizjra, centrum voor Arabische kunst en cultuur in Amsterdam, de opkomst van Marokkaanse schrijvers in de tweede helft van de jaren negentig enorm gestimuleerd. Sinds 1987 organiseert El Hizjra schrijfwedstrijden voor schrijvers en dichters die in het Nederlands, Berbers of het Arabisch schrijven. Auteurs als Abdelkader Benali, Mustafa Stitou en Said El Haji zijn door hun inzendingen ontdekt door belangrijke uitgeverijen in Nederland. El Hizjra vertaalt en publiceert ook Arabische gedichten, romans en essays.
In Duitsland zijn de Turkse auteurs veel meer doorgedrongen tot de literaire wereld en het grotere publiek dan Turkse auteurs in Nederland. Vanaf de jaren zeventig zijn daar verschillende bewegingen bezig geweest voor de migrantenliteratuur. De germanisten Irmgard Ackermann en Harald Weinrich, van het Institut Deutsch als Fremdsprache van de universiteit van München, organiseerden vanaf de jaren tachtig literaire wedstrijden voor 'mensen in Duitsland voor wie het Duits niet de moedertaal was'. De inzendingen werden gepubliceerd in een bloemlezing en uitgebracht door de gerenommeerde uitgeverij Deutscher Taschenbuch Verlag. Ackermann en Weinrich zagen de migrantenschrijvers als grote aanwinst voor de Duitse literatuur, omdat ze de Duitsers onder de loep nemen en hen helpen om te gaan met vreemdelingen en met zichzelf.
Een andere beweging in Duitsland was de 'biculturele' Turks-Duitse literatuur. Het rapport vermeldt in dit verband Yüksel Pazarkaya, die publicaties op de Duitse boekenmarkt bracht die de 'biculturele communicatie' tussen Turken en Duitsers moest bevorderen. Zij gaven teksten uit van in Duitsland wonende Turkse auteurs, tweetalige Turks-Duitse boeken en in het Duits vertaalde klassiekers uit de Turkse literatuur. Het onderzoek van Nap-Kolhoff geeft veel informatie over de situatie in Duitsland. Het is interessant om te lezen hoe onze oosterburen zijn omgegaan met migrantenliteratuur.

Definitie migrantenliteratuur
In het onderzoek van Nap-Kolhoff wordt de vage term 'migrantenliteratuur' uitgelegd, aan de hand van een model van de Engelse taal- en literatuurwetenschapper Barbara Fennell, toegepast op de Duitse migrantenschrijvers. In het model zijn thematiek, taalkeuze, taalgebruik, genre, literaire traditie en literaire kwaliteit als indelingscriteria opgenomen. Migrantenliteratuur is volgens het rapport eenvoudig van vorm en opbouw. Vaak wordt gekozen voor het autobiografische korte verhaal of de poëzie, is de thematiek het migrantschap en wordt de lezer direct aangesproken.
In het rapport wordt de vraag gesteld of het werk van Turkse auteurs in Nederland ook migrantenliteratuur genoemd kan worden. Drie boeken worden besproken, namelijk De hemel bleek grauw (1988) van Halil Gür, De nachtmerrie van de allochtoon (1999) van Sevtap Baycılı en De vierde ster (2000) van Sadık Yemni. Naar aanleiding van deze boekbesprekingen vermeldt het rapport dat het werk van Halil Gur tot de migrantenliteratuur gerekend kan worden en dat de twee andere schrijvers deze categorie overstijgen. Nap-Kolhoff over Yemni en Baycılı: 'Hun werk is origineel en complex. Ze verweven de verschillende elementen in hun boeken tot een geheel dat meerdere lagen bevat en een idee tot uitdrukking weet te brengen. Hun stijl is gecompliceerd en heeft een plaats in het geheel, soms ondanks de eenvoud ervan.'

  omslagen  
Het vervelende aan de term migrantenliteratuur is dat het een negatieve bijklank heeft. Nederlandse Turkse auteurs zijn helemaal niet blij met deze aanduiding, blijkt uit het rapport. In Duitsland is deze term door enkele Turkse auteurs als geuzennaam geaccepteerd, vertelt het rapport ons.
In Duitsland houdt Heidi Rösch op internet een overzicht bij van migrantenauteurs. (1) Op het moment telt zij 21 auteurs met een Turkse achtergrond; een betrekkelijk grote groep die nog actief is, of actief is geweest. Nap-Kolhoff telt negentien Turkse auteurs in Nederland, maar we kunnen aan dit lijstje zeker nog zes auteurs toevoegen die minstens één boek gepubliceerd hebben. (2) Dat is geen gering aantal in vergelijking met Duitsland.
Opmerkelijk is dat tijdens de presentatie van het onderzoek in november 2002, dat mede werd georganiseerd door het IOT, schrijvers aan het panel deelnamen die niet in het onderzoek zijn genoemd. Zo waren naast Sadık Yemni de drie dichters, Mehmet Çetin, Nesan Erdoğan en Suat Çavus en de beginnende verhalenschrijver Mesut Balık voor het panel uitgenodigd. Van deze vier auteurs wordt in het rapport geen melding gemaakt, terwijl Mehmet Çetin al meerdere boeken heeft gepubliceerd.
Op onze lijst tellen we dus vijfentwintig Turkssprekende auteurs. Dat is in aantal meer dan in Duitsland. Het rapport beschrijft wat die negentien auteurs in Nederland hebben gepubliceerd. Ze schreven met name korte verhalen en dichtbundels, maar ook romans, jeugdboeken, dagboeken en toneelstukken. Het grootste deel (ongeveer zestig procent) komt uit in het Turks. Volgens het rapport is het merendeel inderdaad migrantenliteratuur. Als dat zo is, is het interessant om uit te zoeken welke stimulatoren een rol spelen bij de vertaling van literatuur.

Stimulatoren in Nederland
Het is jammer dat het rapport geen goed beeld geeft van de stimulatoren van Turkse literatuur in Nederland, terwijl de Duitse situatie wel in kaart is gebracht. Het Fonds voor de Letteren, in Nederland samen met het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF) verantwoordelijk voor een gezamenlijk intercultureel letterenbeleid, wordt niet genoemd. Hun beleid is gericht op auteurs uit niet-westerse landen die in Nederland wonen en een bijdrage kunnen leveren aan de interculturele diversiteit. Sinds 2001 wordt elk jaar een introductiedossier uitgebracht van niet-westerse auteurs in Nederland, met korte biografieën, interviews, prozafragmenten en gedichten voor uitgevers en pers. In 2001 behoorden de Turkssprekende schrijvers Nurcihan en Ayhan Uzala ook tot deze auteurs. Vorig jaar mondde het dossier van Uzala uit op een publicatie van zijn boek Dagboek van een vermiste door uitgeverij Papieren Tijger. In 2002 zijn de twee Turkssprekende dichters Nesan Erdoğan en Mehmet Çetin naast zes andere dichters uit andere landen uitverkoren voor dit introductiedossier. Dit soort ontwikkelingen behoort zeker in een wetenschappelijk onderzoek te staan.
Tijdens de presentatie van het rapport vond een ronde-tafelgesprek met zes Turkse literaire stichtingen plaats, onder leiding van Özkan Gölpinar van de Phenix Foundation uit Rotterdam. Behalve Stichting Troya was geen van de andere vijf literaire stichtingen in het onderzoek opgenomen. Verder verwijt Nap-Kolhoff de Amsterdamse Stichting Troya een gebrek aan initiatief en resultaten. Dat kun je van Stichting Troya toch echt niet zeggen! Troya presenteerde in 2001 het eerste Turks-Nederlandse poëziefestival met een poëzie- en verhalenwedstrijd. Inmiddels heeft dit festival april jongstleden zijn derde aflevering gevierd. Het festival heet nu Tulpia Literair Festival (Tulpia is een literair platform van vier Amsterdamse organisaties: Kulsan, Troya, Papyrus en Ütopiya) en krijgt steun van onder meer de Phenix Foundation, het Fonds voor de Letteren en het Amsterdamse Fonds voor de Kunst. Het Tulpia Literair Festival is één van de belangrijkste stimulatoren voor Turkssprekende auteurs in Nederland. Het brengt het werk van nieuwe talenten onder de aandacht van een Nederlandstalig publiek.

De onderzoekster geeft aan dat internet een belangrijke bron was. En dat lees je er helaas ook aan af. Interviews waren zeer nuttig geweest, dan had in het rapport zeker ook een actuele beschrijving gestaan van het Turks-Nederlands literair gebied.
Het rapport constateert dat in tegenstelling tot de situatie van Turkse auteurs in Duitsland en Marokkaanse auteurs in Nederland, bijna alle auteurs met een Turkse achtergrond in het Turks schrijven. Dat toont aan dat het Turks in Nederland ook op literair gebied een vitale taal is, zegt Nap-Kolhoff, maar meer vertelt ze niet. Jammer, want een interessantere vraag is of het Turks een belemmering is geweest voor het doorbreken in het Nederlands literair landschap? Wie beslist wat er wordt vertaald en hoe gaan uitgeverijen om met werk dat oorspronkelijk in een ander taal is geschreven? Wat kan er gezegd worden over de grote groep Turkse auteurs die alleen in het Turks publiceren? Waarom zijn er geen auteurs uit voortgekomen, die zijn doorgebroken in het Nederlands literair klimaat? Deze vraag is helaas nog steeds niet beantwoord.

E. Nap-Kolhoff, Turkse auteurs in Nederland, Verkenning van een onontgonnen gebied, Wetenschapswinkel Universiteit van Tilburg, 2002, 9073758386, zie voor het rapport ook: http://www.uvt.nl/diensten/dsz/wewi/publicaties/208napkolhoff/

Noten:
1): zie http://www.tu-berlin.de/fb2/fadi/hr/ML-Biblio.htm.
2): De volgende Turkssprekende auteurs in Nederland, die in de lijst van Nap-Kolhoff ontbreken, hebben minstens een werk gepubliceerd: Mehmet Çetin, Nurcihan, Hüseyin Şahin, Ayhan Uzala, Ali Himmet Dag en Hacay Yılmaz. Het is zeer wel mogelijk dat er nog meer Turkssprekende schrijvers in Nederland zijn die werk hebben gepubliceerd.

auteurs Reacties van auteurs op Turkse auteurs in Nederland

'Ik word in een onderzoek genoemd. Alleen mijn afkomst brengt mij in dat verslag. Er is niks in mijn werk dat verklapt dat mijn afkomst Turks is. Het boek De nachtmerrie van de allochtoon is een kritiek op de sociale wetenschap, en niets anders. Ik schrijf satire, dat is het, en geen migrantenliteratuur. Of ik geen Turkse auteur ben? Ik schrijf in het Nederlands, de twee andere auteurs die in het onderzoek worden besproken, schrijven in het Turks. Wat ik weet is dat er maar twee auteurs zijn van Turkse komaf, die in het Nederlands publiceren, dat zijn Nilgün Yerli en ik. Ik schrijf mijn boeken in het Nederlands en ik geef ze hier ook uit. Tijdens een bijeenkomst (het Tulpia debat, red.) hebben ze het in een debat over Turkse auteurs in Nederland ook over mij gehad, schijnt. Dat er een heleboel slechte Turkse auteurs zijn en dat er maar twee Turkse auteurs, waaronder ik, beter zijn. Er wordt over mij gesproken tijdens een literaire bijeenkomst. Ik ontvang niet eens informatie. Ik vind het ook irrelevant. Ik probeer daar buiten te blijven. In het begin heb ik wel eens deel genomen aan Turkse literaire avonden, toen mijn eerste boek uitkwam, maar ik probeer daar nu buiten te blijven.' (Sevtap Baycılı)


'Er bestaat geen migrantenliteratuur. Deze term vernedert een bepaalde categorie schrijvers. Voor mij telt de literaire kwaliteit, dat is het belangrijkste. Sinds de bijeenkomst in Tilburg, bestaat de term migrantenliteratuur niet meer. Er bestaat voor mij na die datum, en ik verwacht ook voor de aanwezigen toen, alleen het verdrag van Tilburg. En dat houdt in dat we die term niet meer accepteren. In Tilburg heb ik nogmaals benadrukt dat de term migrantenliteratuur, een fata morgana is. Ik ben een Turksschrijvend auteur, en dat is het.' (Sadık Yemni)


'Ik word op bijeenkomsten en in dit rapport tot de categorie migrantenschrijver ingedeeld. Ik word zelf niet eens uitgenodigd om mee te discussiëren, dat vind ik absurd. Ik ben al vijftien jaar bezig met literatuur. Ik heb pionierswerk verricht. Ik heb het onmogelijke mogelijk gemaakt. In de tijd dat ik begon te schrijven - ik schrijf in het Turks - bestonden er niet eens Turkse woordenboeken. Mijn laatste boek Ik danste met engelen, is goed ontvangen. 'Het is zo beeldend geschreven dat je het sprookjesachtige verhaal voor je ziet', schreef de Volkskrant in een recensie van het boek. Ik moet goede boeken uitbrengen, anders hang ik. Dan kan ik het ook wel schudden bij mijn uitgever. Het schrijversschap is niet altijd een pretje, het vergt veel energie.' (Halil Gür)


De 19 auteurs in het rapport van Nap-Kolhoff

Voor een overzicht van hun werk zie het rapport of op internet: www.uvt.nl/diensten/dsz/wewi/publicaties/208napkolhoff/. Op deze webpagina is een gratis digitale versie van het rapport opvraagbaar.

Kâmil Aydemir
Sevtap Baycılı
Yaşar Çiçekdemir
Tuncay Çinibulak
Hürrem Efe
Haydar Eroğlu
İbrahim Eroğlu
Fehmi Eruçar
Vedat Gültekin
Halil Gür
Güner Kuban
Papatya Nalbantoğlu
Yavuz Nüfel
Şaban Ol
Fehmi Özgök
Ahmet Sefa
Murat Tuncel
Sadık Yemni
Nilgün Yerli

t