'De taal verkeerde in een tragische staat'

Een portret van Mehmed Uzun

Karel Giltay

In Turkije is het nog steeds geen vanzelfsprekendheid dat journalisten, wetenschappers en literatoren ongestraft hun mening kunnen uiten. Zeker als de multiculturele aspecten van de Turkse samenleving ter sprake komen, lopen ze het risico vervolgd te worden wegens het aanzetten tot haat of het propageren van separatisme. Afgelopen jaar hadden zowel de uitgevers van Noam Chomsky, als Jonathan Randal (voormalig correspondent van de Washington Post) en de Koerdische schrijver Mehmed Uzun een proces aan hun broek. Van de laatste verscheen eind 2002 de roman In de schaduw van een verloren liefde. Een portret van een schrijver die censuur en onderdrukking van zijn schrijverschap blijft weerstaan.

De roman In de schaduw van een verloren liefde (Siya Evînê, 1989) is de eerste vertaalde roman van een Turks-Koerdische schrijver (1) uitgebracht door een Nederlandse uitgeverij. (2) Dat is een doorbraak en te hopen valt dat er in de toekomst meer boeken van Koerdische schrijvers in het Nederlands worden vertaald. Hoewel de Koerdische literatuur in Turkije nog maar beperkt tot ontwikkeling is gekomen door een langdurig verbod op het gebruik van de Koerdische taal, is er toch wel een aantal literaire en taalkundige activiteiten van met name Koerden in de diaspora te signaleren.
Vanaf de jaren tachtig leefde de Turks-Koerdische literatuur op. (3) Zweden was één van de centra waar veel Turks-Koerdische schrijvers actief waren. Mahmut Baksî was één van hen. Deze in 2000 overleden schrijver was bekend vanwege zijn korte verhalen, kinderverhalen (Hêlîn, 1984) en romans (Gundikê Dono, 'Het kleine dorp van Dono', 1988). Mehmet Emin Bozarslan is een andere Koerdische schrijver die in Zweden leeft. Hij is vooral bekend om het toegankelijk maken van oude klassieke Koerdische teksten als Mem û Zin en het zestiende- eeuwse Sharafname. Hij publiceerde een bundel met korte verhalen (Meyro, 1979). Maar verreweg de bekendste Koerdische schrijver uit Turkije is de sinds 1977 in Zweden in ballingschap levende Mehmed Uzun. Uzun is in 1953 in Siverek (Turks-Koerdistan) geboren. Vanaf 1971 werd hij in Turkije vanwege zijn politieke en journalistieke activiteiten herhaaldelijk vervolgd. In 1972 werd hij gearresteerd en in de militaire gevangenis van Diyarbakir gevangen gezet op beschuldiging van separatisme. In deze gevangenis leerden de gevangenen hem de Koerdische taal lief te hebben. Na weer een arrestatie, wegens het schrijven van een artikel in een tijdschrift over het behoud van de Koerdische taal, besloot hij te vluchten naar Syrië. Via Syrië vluchtte hij naar Zweden, waar hij erkend werd als politiek vluchteling.

Direct taalgebruik
In Zweden ging Mehmet Uzun verder met zijn journalistieke, literaire en taalkundige activiteiten. Uzuns hoofddoel is het zorgdragen voor het behoud en het ontwikkelen van het Koerdisch. Hij ziet daarbij een grote rol weggelegd voor de literatuur: hij wil een moderne, literaire Koerdische taal creëren, 'een taal die puur, "schoon" en warm is, en de lezer direct bereikt.' (4) Dit streven verklaart de opvallende stijl en structuur in Siya Evînê: extreem korte hoofdstukken - circa 90% is korter dan vier pagina's en het langste hoofdstuk meet slechts negen pagina's -, korte eenvoudige zinnen en simpel, soms nogal clichématig, taalgebruik. Een voorbeeld hiervan is hoe Uzun de dochter van een Tsjerkessische vriend van Memduh Selim Bey in de roman presenteert (p. 51):

'Hemel... Mijn hemel.
Gazelle. Volle maan. Duifje. Kristallen druppel. Druppel van water, van zweet. Traan. Schoonheid die het oog verblindt. Leven, bron van leven.
En toch ook de blik van een valk.'

'Ze is lang en slank als een cypres. Haar hals en heupen zijn slank. Haar blonde haar hangt tot haar middel. Haar heldere, lichtbruine ogen stralen warmte uit. Haar ogen: twee deuren naar het paradijs.'

Bij het creëren van een literaire taal moet de schrijver rekening houden met het niveau van de taalbeheersing van zijn lezers. Veel Koerden zijn het Koerdisch helaas maar beperkt machtig, dus het lezen van lange, ingewikkelde Koerdische tekst zou te veel concentratie vergen. Waarschijnlijk heeft Uzun vanuit educatieve overwegingen gekozen voor de stijl in Siya Evînê.

Uzun: 'Het was onmogelijk om een moderne roman te schrijven zonder een moderne literaire taal te hebben'
  mehmed uzun  
Mehmet Uzun heeft zich op alle mogelijke manieren bezig gehouden met het typeren en vastleggen van het Koerdisch. Hij stelde uitgebreide Koerdische woordenlijsten op, aangevuld door veldwerk waarbij hij onder andere sprak met lokale Koerdische dichters en verhalenvertellers in Iraaks-Koerdistan om woorden, uitdrukkingen en volksverhalen te verzamelen, en publiceerde veel artikelen over het Koerdisch. In een interview met UMUT Magazine zei Uzun: 'Ik probeer gebruik te maken van alle Koerdische dialecten, accenten en talen. In het begin van mijn schrijverschap heb ik verschillende lijsten voor mijzelf samengesteld. Ik heb dialecten en talen onderzocht. Ik heb alle voorbeelden van de orale en klassieke literatuur bestudeerd. En daar heb ik de zegswijzen uitgehaald die specifiek zijn voor het Koerdisch. Ik kan niet vertellen hoeveel moeite ik daarvoor heb moeten doen. Maar het was onmogelijk om een moderne roman te schrijven zonder een moderne literaire taal te hebben waarin ik mij uit kan drukken.'
Inmiddels heeft Uzun zestien titels (onder andere romans, essays en anthologieën) op zijn naam staan, die in diverse talen zijn vertaald. Daarnaast was hij hoofdredacteur van de taalkundige bladen Hêvî (1986-1989) en Kurmancî (1986-1994), van het Koerdisch Instituut te Parijs. Uzun won daarnaast diverse literaire en andere prijzen, met name voor zijn bemoeienissen voor de vrijheid van meningsuiting.
Uzuns literaire en taalkundige activiteiten zorgden voor de nodige nijd en afgunst onder Koerdische intellectuelen, zowel in Zweden als in Turkije. (5) Edip Polat, een Koerdische schrijver uit Diyarbakir, formuleert zijn kritiek: 'Hij mag dan de moderne Koerdische roman hebben gecreëerd, maar hij heeft de taal niet uitgevonden.' (6)

Opleving Koerdische taal
Toen Mehmed Uzun eind jaren zeventig wilde gaan schrijven was het klimaat in Turkije voor Koerdische literatuur bedroevend. Uzun: 'Er waren geen uitgevers, geen markt, geen critici, geen scholen, geen tv, geen fatsoenlijk woordenboek, geen vertalers en geen lezers. De taal verkeerde in een tragische staat.' (7) Door de taalkundige en literaire activiteiten in de Koerdische diaspora, mede op gang gekomen door een oplevend Koerdisch nationalisme vanaf de jaren zeventig, kwam daar verandering in. Tal van culturele en politieke bladen zagen het licht. Met name in Zweden, Frankrijk en Duitsland werd in Koerdische kringen hard gewerkt aan de ontwikkeling van de Koerdische taal. Zodoende veranderde de Koerdische taal van een verdwijnende taal in een herlevende taal. Vanaf 1991, toen het verbod op het uitgeven van publicaties in het Koerdisch werd opgeheven, is het ook mogelijk om in Turkije, moeizaam weliswaar, boeken in het Koerdisch uit te geven.
Mehmed Uzun kon profiteren van deze positieve ontwikkelingen rond de Koerdische taal en literatuur in en buiten Turkije. Veel van zijn boeken zijn inmiddels in het Turks vertaald en in Turkije uitgebracht (tien titels). Dit leidde er zelfs toe dat de Turkse vertaling van Siya Evînê een bestseller in Turkije werd. Het boek is in een jaar maar liefst tien keer herdrukt. De Koerdischtalige titels doen het ook aardig in Turkije. Recentelijk verscheen nog de vijfde druk van de roman Bîra Quederê ('Put van het noodlot', 1995).
Thema's bij Mehmed Uzun zijn liefde, eenzaamheid, wanhoop, verdeeldheid en, vanzelfsprekend, ballingschap. Dit laatste komt bijvoorbeeld in Siya Evînê tot uitdrukking in de persoon van de Koerdische intellectueel en nationalist Memduh Selim Bey. Selim Bey speelde een belangrijke rol in de Koerdische Ararat-opstand in 1930. Over de historische facetten van deze roman zegt Uzun: 'Memduh Selim is een intellectueel die echt heeft bestaan. De historische achtergrond in de roman komt overeen met het leven van Selim. Maar het zou onjuist zijn om de roman op te vatten als een literaire biografie. De thema's van de roman zijn universele elementen die het menselijk drama uitmaken.' Uzun laat zich dus inspireren door de Koerdische geschiedenis, maar ziet deze slechts als vehikel voor een (literair) verhaal met een algemene geldigheid. In een andere roman van Uzun, Ronî Mîna Evînê Tarî Mîna Mirinê ('Licht als de liefde, donker als de dood', 1998), is de setting, hoewel in afgeleide vorm, geïnspireerd op de recente Koerdische geschiedenis. In een fictief land is sprake van een 'vuile oorlog', een duidelijke verwijzing naar de oorlog die jarenlang in Turks-Koerdistan woedde.

Juridische vervolging
De Turkse staat ziet de boeken van Mehmed Uzun door haar historische en sociale context als een politieke bedreiging. Uzun zou de territoriale integriteit van Turkije in gevaar brengen door in zijn boeken Koerdisch separatisme te propageren. Deze overspannen reactie van de Turkse staat mondde vanaf 2000 uit in vijf rechtszaken.
In 2000 begonnen de juridische problemen met het verbod van zeven boeken van Uzun. Dit verbod werd uiteindelijk door een rechtbank teruggedraaid. Ook het bezoek van Uzun aan een conferentie over Koerdische taal, literatuur en identiteit in Diyarbakir in 2000 leverde hem in 2002 een rechtszaak op. Hij hield een toespraak over 'taal, identiteit en de roman'. De boodschap van de voordracht, waarvoor hij werd aangeklaagd, was dat de Turken en de Koerden vreedzaam moeten samenleven in één natie. Tijdens de rechtszaak las Uzun een toespraak voor over de rol van de literatuur in het voorkomen van conflicten.
Vanwege Aşk Gibi Aydınlık, Ölüm Gibi Karanlık ('Licht als de liefde, donker als de dood', 2000) en Nar Çiçekleri ('Granaatappelbloesem', 1995) werd Uzuns uitgever, Hasan Öztoprak van de uitgeverij Gendaş Kültür, in 2002 vervolgd wegens separatistische propaganda. Eén van de gewraakte passages uit Nar Çiçikleri was: 'Ik ben een Koerd, ik kom uit Turkije. En ik ben een Scandinaviër, ik kom uit Zweden.' De rest van dit boek was van hetzelfde kaliber, voorwaar gevaarlijke taal.
In juni 2002 was het sluitstuk van nog een andere rechtszaak tegen Öztoprak. Ditmaal vanwege de publicatie van Uzuns boek Bir Dil Yaratmak. Öztoprak werd door de rechtbank vrijgesproken voor het propageren van separatisme. De rechtbank vond dat het boek de openbare orde niet verstoorde omdat het boek in zo'n lage oplage was gedrukt. Een opmerkelijke uitspraak van de rechtbank die duidelijk aangeeft dat de Turkse justitie en rechterlijke macht sneller in actie komen als publicaties een breed bereik zouden kunnen hebben. Dat verklaart ten dele waarom Koerdische titels van Uzun op minder juridische problemen zijn gestoten. (8)
De rechtszaken riepen internationaal protest op onder bekende schrijvers en intellectuelen over de hele wereld. Zo was er een internationale petitie waarin werd geprotesteerd tegen de vervolging van Uzun en zijn uitgever. Deze petitie was mede ondertekend door een aantal prominente Turkse schrijvers (Pamuk, Altan en Kemal). Ook PEN International, de Internationale Vereniging van Uitgevers en de EU waren de rechtszaken niet ontgaan; ze volgden de zittingen nauwlettend.
Uzun en zijn uitgever werden in alle zaken vrijgesproken. Desondanks is de in beslag genomen oplage van Bir Dil Yaratmak niet teruggegeven aan Gendaş Kültür. Bovendien is de lijst van verboden boeken die de politie hanteert niet ontdaan van de titels van Uzun. Daarom worden nog steeds af en toe boeken van hem onrechtmatig in beslag genomen. Kortom, de juridische problemen zijn voor Uzun nog niet van de baan.

Romans
Tu, Komal, Stockholm, 1984
Mirina Kalekî Rind, Orfeus, Stockholm, 1987
Siya Evînê, Orfeus, Stockholm, 1989
Rojek ji Rojên Evdalê Zeynikê, Welat, Stockholm, 1991
Bîra Quederê, Avesta, Istanbul, 1995
Ronî Mîna Evînê Tarî Mîna Mirinê, Avesta, Istanbul, 1998
Hawara Dîcleyê, Avesta, Istanbul, 2001

Wie meer wil weten over Koerdische literatuur raad ik de volgende titels en artikelen aan:
Bruinessen, Martin van, De Koerden van Turkije en hun literatuur, in: Traditie en modernisme in de Turkse literatuur, NBLC, 1985
Duncker, Tanja, Einblicke in die Kurdische Literatur, in: Kieser, Hans-Lukas (red.), Kurdistan und Europa, Einblicke in die Kurdische Geschichte des 19. Und 20. Jahrhunderts, Chronos Verlag, 1997
Uzun, Mehmed, Einführung in die kurdische Literatur, Ararat Publikationen, 1994

Noten:
1): Een heikel punt is wat er onder een Koerdische schrijver moet worden verstaan. Een poging tot definitie van mijn hand. Een Koerdische schrijver is in ieder geval een auteur die van Koerdische komaf is en zijn etnische afkomst niet ontkent of verzwijgt. Dat hij of zij schrijft over het leven van de Koerden, de Koerdische cultuur en het land is niet perse een voorwaarde. Opvallend is dat veel Koerdische schrijvers dat overigens wel doen. Voorwaarde om als Koerdische schrijver uit Turkije aangemerkt te worden is volgens mij niet noodzakelijkerwijs het schrijven in het Koerdisch, omdat de Turkse Republiek decennialang het uitgeven in het Koerdisch onmogelijk heeft gemaakt. Bovendien zijn veel Koerdische schrijvers in Turkije het Koerdisch niet voldoende machtig om erin te kunnen schrijven. Als er overigens in de tekst sprake is van de Koerdische taal in Turkije, dan wordt feitelijk gedoeld op het Kurmanci. Kurmanci is één van de twee Koerdische dialecten die in Turkije worden gesproken. Het andere dialect is Zaza.
2): In de schaduw van een verloren liefde van Uzun is niet het eerste in het Nederlands vertaalde Turks-Koerdische literaire werk. Het Koerdisch Instituut in Brussel gaf al eerder twee kinderboeken en een roman uit van de Turks-Koerdische schrijvers Mahmut Baksî en Suzan Samancı. Overigens is ook de veelvuldig in het Nederlands vertaalde Yaşar Kemal van Koerdische afkomst.
Baksî, Mahmut, Hêlîn, KIB, 1998
Baksî, Mahmut, Ik was een kind in Koerdistan, KIB, 1998
Samancı, Suzan, Hêlîn rook naar boomhars, KIB, 1998
3): Turks-Koerdische schrijvers waarvan literaire werken in het Koerdisch in Turkije zijn uitgebracht zijn onder meer: Cigerxwin, Suzan Samancı, Mehmet Emin Bozarslan, Musa Anter, Hesenê Metê, Renas Jiyan, Ibrahim Seydo Aydoga, Helim Yüsiv en Mehmet Çetin. Belangwekkende Turks-Koerdische schrijvers die alleen in het Turks in Turkije zijn gepubliceerd zijn onder andere: Esma Ocak, Mahmut Baksî, Bejan Matur en Seyit Alp. Şahînê Bekirê Soreklî en Osman Sebrî zijn andere bekende schrijvers uit Turkije. Het is mij onbekend of zij in Turkije zijn uitgebracht.
4): Demir, Gül, Story of a journey to create a language of the novel in Kurdish, Turkish Probe, 21 april 2001.
5): Deze haat en nijd wordt ook gevoed door onbezonnen uitspraken in de media over Mehmed Uzun. Dat is ook het geval in het voorwoord van In de schaduw van een verloren liefde. Daar schrijft Yaşar Kemal dat Uzun de 'eerste Koerdische romanschrijver is' en refereert hij aan dit boek als 'deze eerste roman in het Koerdisch'. Volgens Kemal is dat zo omdat eerdere Koerdische schrijvers hun identiteit ontkenden of omdat eerdere Koerdische romans weinig ontwikkeld zouden zijn. Bij Uzun zou dit voor het eerst niet opgaan. Vermoedelijk heeft Kemal zich bij deze constateringen enigszins laten meeslepen door zijn bijna onbegrensde enthousiasme voor In de schaduw van een verloren liefde. De Koerdoloog Martin van Bruinessen komt in zijn artikel 'De Koerden van Turkije en hun literatuur' uit 1985 tot een genuanceerder beeld dan Kemal. Hij wijst er onder meer op dat de al in 1931 verschenen roman Şivanê Kurd ('De Koerdische Herder') van de Koerdische schrijver Ereb Şemo het eerste werkelijk belangwekkende moderne literaire werk in het Kurmanci uit de vorige eeuw is.
6): Pope, Hugh, War and peace turn a Kurdish novelist into a cause celebre, From shepherds and princes and tent-dwelling poets, a language is revived, Wall Street Journal, 24 mei 2000.
7): ibid.
8): Er zijn overigens nog andere redenen waarom Koerdischtalige publicaties minder vaak met een verbod te maken krijgen dan Turkstalige. De directeur van uitgeverij Avesta meldt dat 'de autoriteiten deze boeken niet in beslag nemen omdat ze de Koerdische taal niet willen erkennen'. Of volgens Uzun: 'ze [de autoriteiten, red.] willen niet het beeld creëren [voor het buitenland, red.] dat Koerdisch een verboden taal is'. Een andere reden is het gebrek aan openbare aanklagers en politiebeambten die het Koerdisch machtig zijn. Het signaleren van wetsovertredingen in Koerdischtalige teksten wordt dan een lastige zaak. (bron: Panico, Christopher, Turkey, Violations of free expression in Turkey, Human Rights Watch, 1999)

t