Nar Taneleri documenteert het links-activisme in Turkije

Vijdan Yıldırım

De Turkse schrijver/publicist Sezai Sarıoğlu portretteert in zijn nieuw verschenen boek (2001) Nar Taneleri, gayriresmi portreler (Korrels van een granaatappel, onofficiële portretten) personen die na de jaren zeventig in Turkije links-actief waren. Eén van de geportretteerden komt uit Adana en woont nu inmiddels acht jaar in Nederland. De rest van de geïnterviewden wonen in de plaatsen Rize, Giresun-Bulunacak en Samsun-Alaçam, plaatsen in het Zwarte Zeegebied in Turkije.
Sarıoğlu wil met dit boek de recente linkse geschiedenis (in Turkije) documenteren, vooral de persoonlijke verhalen van de mensen die in de linkse beweging actief waren, legt hij vast. Wanneer je linkse boeken leest, ontbreekt volgens Sarıoğlu een essentieel onderdeel, namelijk de persoonlijke verhalen. Die zijn belangrijk om de officiële geschiedenis vast te leggen, benadrukt Sarıoğlu. 'De verhalen van de kameraden met wie we geliefden zijn geweest, in dezelfde gevangeniscellen hebben doorgebracht, dezelfde theorieboeken uit onze hoofden hebben geleerd, samen pamfletten hebben uitgedeeld. Kortom, de verhalen van kameraden met wie we geen vrienden zijn geworden, vastleggen en publiceren, dat is wat ik wil.'

Het boek is ook voor 'outsiders' aardig te volgen juist vanwege de persoonlijke verhalen van de negen mannen en vijf vrouwen. In elk apart hoofdstuk wordt het leven van een activist vertelt. Zowel het gevangenisleven, als het roerige leven buiten de gevangenis, de armoede, de intrede van de (zwart-wit) tv, de jeugdjaren, kortom alles wat belangrijk is voor de geïnterviewde komt in het boek aan bod. In aparte blokken verschijnen in de ik-vorm de verhalen van de personen.

De teleurstelling in de linkse partijen komt geregeld aan bod. Saliha Yayla vertelt hoe zij, ondanks de repressie van onder andere de politie en de Ülkücüler (Idealisten, in Nederland beter bekend als Grijze Wolven), haar politiek activisme doorzet. Haar journalistieke loopbaan in Giresun wordt bemoeilijkt wanneer ze nadrukkelijk aangeeft dat ze voor vrede in het Oosten is. Daarmee sympathiseert ze te veel met de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, vinden de gevestigde gezaghebbers.

Sezai Sarıoğlu tijdens de lezing
  Sezai Sarioglu  
Wanneer ze zich op de landelijke verkiezingslijst zet van de gezamenlijke lijst van de Hadep, de SBP en de SİP (oftewel het Emek-Barış-Özgürlük Blok) verandert er veel. In dit Blok zit ook de Koerdische Hadep-partij en daar zijn haar ÖDP-partijgenoten (Özgurluk ve Demokrasi Partisi) niet blij mee. Ze waarschuwen haar voor haar politieke uitlatingen over vrede in het Oosten. Vooral wanneer ze deelneemt aan de vredestrein naar Diyarbakır krijgt ze daar een hoogstpersoonlijke waarschuwing voor van de toenmalige ÖDP-voorzitter van haar streek, Mustafa Erol. Als partijlid is het volgens hem ongepast daaraan mee te doen, omdat het een PKK-actie betreft. En ze raakt teleurgesteld in haar partij en het linkse gehalte van sommige links-activisten.
Wanneer de repressie van de pers en de overheid op haar persoonlijk leven te groot wordt, besluit ze haar boekhandel te sluiten. De boekhandel - de enige in Giresun - is ze gestart nadat haar journalistieke loopbaan door de repressie werd bemoeilijkt. Het verhaal van Saliha Yayla, gescheiden en moeder van twee dochters, is interessant omdat het weergeeft wat het betekent om als links-activist in het leven te staan.

Hacer Yıldırım - geboren in 1967 en daarmee de jongste activiste in het boek - vertelt over haar jonge jaren in haar wijk. Zij - en dus de linkse mensen - woonden 'boven' en in de straat 'beneden' woonden de Ulkücüler. Ze komt uit een revolutionair gezin. Ze rondt haar middelbare school af en vindt uiteindelijk in 1988 werk als redactiesecretaresse bij het opinietijdschrift 2000'e Dogru. Na een tijd weet ze het zeker: Ze wil journaliste worden. Ze staat aan het begin van haar journalistieke loopbaan. Ze verslaat als stagiaire van 2000'e Dogru de 1 mei demonstratie in 1989. Daar staat ze met een camera voor het dode lichaam van een 1 mei demonstrant (Mehmet Dalcı). 'Ik kon mijn camera niet meer hanteren, zag het bebloede lichaam en barstte in tranen uit', vertelt ze in het boek.

Opmerkelijk is het verhaal van Hatice Onat, niet alleen omdat ze inmiddels al acht jaar in Rotterdam woont, maar ook vanwege haar persoonlijk verhaal dat typerend is voor de vele contradicties die Turkije kent. Ze is als vluchteling naar Nederland gekomen en werkt nu als voorlichtster bij het gemeentelijk reinigingsbedrijf. Zij vertelt hoe haar activistisch leven in Turkije is begonnen, hoe haar broer haar beïnvloed heeft door zijn revolutionaire activiteiten. De vader des huizes, imam en democraat, stond regelmatig aan de kant van de onderdrukten, de armen. Maar als haar broer voor de televisie in tranen de ter dood veroordeelde jonge legendarische Deniz Gezmiş ziet sterven, eist de vader dat er meteen opgehouden wordt met huilen. 'In dit huis wordt er geen traan gelaten om communisten'. Het boek is door de aanwezigheid van (persoonlijke) zwart-wit foto's van de geportretteerden en de persoonlijke levensloop van de geïnterviewden een levendig document geworden.
Tijdens een lezing georganiseerd door Stichting Umut Literatuur, in samenwerking met de Utrechts-Turkse zelforganisatie TDİD (Democratische Turkse Arbeiders Vereniging) eind december vorig jaar, vertelde Sarıoğlu over het ontstaan van dit boek. De titel 'Korrels van een granaatappel' heeft hij bewust gekozen naar aanleiding van het verhaal Bilge Karasu vertelt. De moeder van Karasu heeft de gewoonte om een granaatappel in de huiskamer kapot te gooien. Met al haar kracht deed ze dit, zodat de vrucht in duizend korrels naar alle uithoeken van de kamer verspreid werd. Dat bracht geluk en voorspoed. 'Daarna ging mijn moeder vlijtig aan het werk om het op te ruimen en de vloer schoon te maken. Het kwam wel eens voor dat ik zelfs na twee dagen een korrel onder mijn voet hoorde kapot knarsen. Ik rende meteen naar mijn moeder om het goede bericht door te geven. Immers hoe breder de korrels waren verspreid over de gehele ruimte, hoe beter dat was', vertelt Karasu. Sarıoğlu koos deze titel om de mooie metafoor van de korrels voor de mensen die hij in zijn boek heeft geportretteerd.
Volgens Sarıoğlu beschrijven weinig boeken de persoonlijke verhalen van mensen. Met Nar taneleri wil hij daar verandering in brengen. 'In dit boek heb ik zonder de angst om met een bepaalde officiële agenda rekening te houden de mensen geportretteerd; met poëtisch, soms experimenteel taalgebruik, gebruikmakend van oral history en interviews.'

Ook gedichten komen voor in het boek. Laat het een oral history boek zijn, de gedichten kunnen wat mij betreft apart in een dichtbundel. Maar wat in het boek storend kan zijn, kan tijdens een lezing als hoogtepunt worden aangemerkt. Sarıoğlu heeft een natuurlijke gave voor het voordragen van gedichten. Hij trakteerde de veertig aanwezigen tijdens de lezing in boekhandel De Rooie Rat, op de gedichten van Can Yücel, een dichter die hij bewondert en wiens gedichten zonder twijfel tot hun recht komen als Sarıoğlu ze voordraagt.

Sezai Sarıoğlu is oprichter van de politieke partij Özgürlük ve Demokrasi Partisi (ÖDP) en heeft tevens in het partijbestuur gezeten. Hij publiceert in verschillende tijdschriften en kranten zoals Özgür Gündem en Birikim. Sarıoğlu, geboren in 1950 in Ordu/Ünye, heeft tot 1979 als leraar gewerkt. Tussen 1983-1988 heeft hij in verschillende militaire gevangenissen gezeten vanwege zijn links-activisme.

t